2016 — Tja, Italië dan maar weer. Dit keer echter lekker dichtbij, in het noorden, eerst in het berggebied ten westen van Turijn, dan Genua en tenslotte het einddoel: de kleurige dorpjes van Cinque Terre aan de Ligurische kust…

Het land aan de randen van Noord-Italië is eigenlijk aan alle zijden prachtig. Ook ditmaal, in het westen, slaken we de nodige oh’s en ah’s in de vele stadjes, in de diepe valleien richting Frankrijk, op de spectaculaire bergpassen en uiteraard tijden het briljante eten. En het extra rustgevende is dat het nergens echt druk is.

Tweede stop Genua is al iets drukker, maar ook nergens storend. Genua zelf is leuk en is een prima uitvalsbasis voor de omgeving. Wat aan deze kust opvalt is dat het gelegen is op een smal reepje land en dat direct daarachter de bergen oprijzen. Dat opgeslotene geeft deze kust – en dat geldt van Cinque Terre tot aan Saint-Tropez – een eigen sfeer, bijna iets eilandachtigs.

Derde en laatste stop Cinque Terre – de ‘Vijf Dorpen’ – maakt gemengde gevoelens los. Hoewel erg mooi mag het niet in de schaduw staan van de Amalfi-kust, want de stadjes aan die laatste kust zijn stuk voor stuk veel ouder en fraaier dan de weinig opwindende Cinque Terre dorpjes. Daarnaast worden de op zich erg leuke paadjes en de dorpjes zelf volkomen overspoeld door Amerikaanse leeghoofdige pubers en hun volvette knauwende soortgenoten op suffe witte gympen. Wel leuk om een keer gezien te hebben, maar standplaats Levanto was eigenlijk veel gemoedelijker. Het geheel is toch de moeite waard, al was het maar door de ligging.